là,tout n’est qu’ordre  et beauté.

 

lichtgroen velouren zetel knus

glimt de surdiac warm op hout en kolen

marmer mantel zwart en blauw

spiegeltje aan de wand een schilderij

met bloemen, een geliefd portret

het gele kleed, een ronde spiegel

kaatst zonlicht fel van ramen naar plafond

de luchter zweeft

mahoniehoutenboenwas, bloemenvaas

geen stoelen, sierstuk zondagsrust

fris open deuren, karrengroen

zonovergoten beste kamer

spiegelend spel van tinten geel en bruin

dagoberttafel, kom zitten bij het raam

en praten hoe het was.